November-december 1813 :
de bevrijding van Nederland
Het verhaal van de Basjkieren
NL08 INGB 0000 0005 55
Wijhe en Veessen, twee dorpen aan weerszijde van de IJssel, waren in de winter van 1813-1814 getuige van een unieke geschiedenis. In Wijhe lag ruim zes weken het basiskamp van de Basjkierse ruiters – de voorhoede van het Russische leger: mannen èn vrouwen uit het verre Basjkortostan, die meestreden bij de bevrijding van Nederland uit Franse overheersing. Zij spraken een aan het Turks verwante taal en beleden de Islam. Aan hun eenheid, die onder leiding stond van een Russische prins, was een imam toegevoegd.
De geallieerde troepen, die binnen luttele weken Nederland uit Napoleons greep bevrijd hebben, stonden onder leiding van de Russische generaal Alexander von Benckendorff. Hij gaf medio november 1813 de Basjkieren opdracht bij Veessen een schipbrug over de IJssel aan te leggen. Benckendorff wist met een waar huzarenstuk Amsterdam veilig te stellen, zodat daags daarna de Prins van Oranje – de latere Koning Willem I – in de hoofdstad tot staatshoofd van het bevrijde Nederland kon worden uitgeroepen.
De Monumenten ter herinnering aan 1813
Ter herinnering aan deze uitzonderlijke gebeurtenis op een voor ons land significant scharnierpunt in zijn geschiedenis, zijn aan beide zijden van de IJssel elkaar complementerende monumenten geplaatst. Vlak bij de locatie, waar eens de schipbrug lag, is in 2018 bij de IJsselhaven van Veessen een beeld van een Basjkierse ruiter geplaatst. In 2021 is in Wijhe ter markering van de plek waar de Basjkieren hun bivakkamp opsloegen een evocatie van een officierstent geplaatst met een artistieke impressie van Benckendorff. De monumenten zijn vormgegeven door de bekende in Nederland wonende Russische beeldhouwer Alexander Taratynov.