In 1810 lijfde Napoleon Nederland bij het Franse Keizerrijk in. In november-december 1813 wist de Russische generaal Alexander von Benckendorff met een gewaagde veldtocht binnen enkele weken Napoleons overheersing te breken. In opdracht van Tsaar Alexander I, heeft hij daarmee een essentiële bijdrage geleverd aan de vorming van onze huidige monarchie.
Zijn ruiters van het Russische 1e Regiment Basjkieren – onverschrokken boogschutters – waren bij de eersten, die wisten door te stoten naar Amsterdam en Den Haag. Benckendorff legerde zijn Basjkieren ruim zes weken in Wijhe. Bij Veessen hebben zij een schipbrug over de IJssel gelegd. Meer dan twee maanden vormde de schipbrug voor Basjkieren, Kozakken en reguliere troepen een belangrijke strategische verbinding over de IJssel.
Dit beeld door Alexander Taratynov geeft een impressie van een Basjkierse ruiter. De Fransen noemden deze boogschutters “de Cupido’s van het Noorden”: hun geuzentitel. Het beeld is een schenking van de Republiek Basjkortostan (Russische Federatie).
Hoe het verder ging
Na de overgave van Amsterdam aan het Oranjegezinde voorlopige gezag onder kommandant Kraayenhof, die zonder noemenswaardig bloedvergieten is verlopen, trokken de Bashkierse troepen verder, waar zij nog hevig slag moesten leveren voor de bevrijding van Breda. Hiervoor ontving hun kommandant, Prins Gagarin, nog een medaille van de Tsaar. In de Zuidelijke Nederlanden en Noord Frankrijk is herhaaldelijk heftig gevochten en heeft Napoleon zelfs nog meerdere overwinningen behaald. Prins Gagarin is er zelfs krijgsgevangen genomen. Tenslotte keerde het tij en viel Parjs, waarmee de macht van Napoleon gebroken was.